Plaatsen
- Roodbos
- Veursbos
- Vlaanderen
- Voeren
- Vossenaerde
Ilse Plessers, Jorg Lambrechts (fauna), Alexandra Mannaert, Jan Gabriëls (avifauna), Ben Van der Wijden (vleermuizen), Goedele Verbeylen (Hazelmuis) en Paul Hendig (cartografie) met medewerking van Eugene Stassen, Marc Janssen, Luc Crèvecoeur & François Vankerkhoven
Arcadis Belgium (voormalig AEOLUS) in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos
Vroentestraat 2b
B-3290 Schaffen
Het complex Roodbos-Veursbos-Vossenerde, (kortweg Veursbos), is een 156 hectaren groot bosreservaat. Het bevat goed ontwikkelde voorbeelden van het Luzula-Fagetum (Veldbies-Beukenbos). Verder wordt ook het Melico-Fagetum (Parelgras-Beukenbos) aangetroffen. Overgangen tussen beide types komen eveneens voor. In deze overgangen groeien kensoorten van een basenrijke variant van het Eiken-Haagbeukenbostype (Primulo-Carpinetum).
Het bosreservaat is qua florasamenstelling zeer interessant met Bleek bosvogeltje, Heelkruid, Lievevrouwebedstro, Purperorchis, Ruig viooltje, Ruwe dravik, Witte veldbies, Zwartblauwe en Witte rapunzel. Door de orchideeënkenners van SEMO zijn recent nog Vliegenorchis (2006), Welriekende nachtorchis, Mannetjesorchis en Vogelnestje waargenomen in het bosreservaat, alle 4 uitermate zeldzaam in Vlaanderen. De met uitsterven bedreigde populatie van Zevenster in het gebied kon in 2006 niet teruggevonden worden.
Het Veursbos kent een bijzonder waardevolle fauna. Belangrijke broedvogels zijn onder andere Wespendief, Middelste Bonte Specht, Zwarte specht, Grauwe Klauwier en Vuurgoudhaan. Ze komen in grote bezetting voor.
De zoogdierenfauna kent enkele zeldzame en spectaculaire soorten. Van Everzwijn is een flinke populatie aanwezig en ook tal van andere grote soorten zoals Edelhert en Lynx duiken soms op. Zowel in juli als september 2006 is de Vale vleermuis waargenomen in het centrale deel van Veursbos. Het was meer dan 20 jaar geleden dat er nog zomerwaarnemingen verricht zijn in Vlaanderen.
Ook Hazelworm en Levendbarende hagedis vinden er een thuishaven.
Er zijn 6 soorten amfibieën geteld waaronder Vroedmeesterpad. Gouden sprinkhaan, Struiksprinkhaan en Zanddoorntje zijn 3 Rode-Lijstsprinkhanen waarvan populaties in het bos in de bosrand zijn genoteerd.
De Bruine winterjuffer is als zwerver in het bos waargenomen. Het uitgebreide bodemvalonderzoek leverde 27 soorten loopkevers op, waarvan 8 Rode Lijstsoorten. De meest bijzondere zijn de Kleine poppenrover (Calosoma inquisitor), de Lederloopkever (Carabus coriaceus) en Abax parallelus.
De blik was niet alleen gericht op loopkevers, maar ook op houtbewonende (xylobionte) kevers. Daarvan kregen we verschillende nieuwe soorten voor Vlaanderen zoals Ampedus nigroflavus (kniptorren) en Crytarcha undata (Glanskevers) in het vizier.
De spinnenfauna is met 114 soorten erg rijk. Maar vooral bijzonder is dat 24 soorten opgenomen zijn in de Vlaamse Rode Lijst. Bovendien zijn er 3 zeldzame soorten gevangen, waarvan de eerste melding voor Vlaanderen dateert van na 1998 (Troxochrus nasutus, Tuberta maerens, Saaristoa firma).
Het gebruik van een eklektorval voor doodhoutkevers leverde ook voor spinnen mooie resultaten op: 34 soorten waarvan 17 soorten niet met bodemvallen zijn bekomen.
In totaal zijn 11 mierensoorten gevangen. De enige Rode-Lijstsoort hierbij was de Oprolmier (Myrmecina graminicola) die als 'kwetsbaar' beschouwd wordt.
(Jorg Lambrechts)