1 Een studiebeurs kan onder meer als volgt gesticht worden:
- door een schenking gedurende het leven van de stichter
- door een in het testament opgenomen legaat.
De stichter maakt het geheel of een deel van zijn bezit over aan de Commissie en geeft daarbij opdracht een studiebeurzenstichting op te richten. Deze Commissie beheert vervolgens het bezit als een goede huisvader.
De stichter moet duidelijk bepalen wie in aanmerking komt om van zijn beurs te genieten. Dat kunnen de afstammelingen van broers of zusters zijn, de afstammelingen van zijn grootouders, een bepaalde tak van de familie, ... Ook het volgen van bepaalde studies kunnen als voorwaarde gesteld worden, net als andere verordeningen zoals het onderhouden van de grafsteen van de stichter. Als er op een bepaald moment geen begunstigden zijn, kan de stichter bepalen dat de inwoners van een bepaalde gemeente in aanmerking komen.
De stichter kan begevers-bloedverwanten aanstellen. Dit zijn personen die de stichter na zijn dood vervangen en vertegenwoordigen bij het toekennen van de beurzen. Zij worden benoemd door de Provinciegouverneur en voorgedragen door de Commissie en de bestendige deputatie van de Provincieraad. De begevers kennen de beurs toe. De commissie adviseert hen bij het nemen van deze beslissing.
2 Oprichten van een duo-legaat
Een legaat is een beschikking via testament waarbij de erflater aan een persoon een bepaalde geldsom of goederen nalaat. Een duo-legaat is een bijzonder legaat onder last en kan gedefinieerd worden als de techniek waarbij in een testament de erfenis in stukken wordt opgedeeld.
Eén gedeelte gaat naar de erfgenamen en een ander deel of legaat wordt toegekend aan een instelling of organisatie met een onbaatzuchtig doel (de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen Limburg). Die betaalt de successierechten op de hele erfenis, waarbij háár gedeelte aan een bijzonder lage aanslagvoet (6,6 %) gerekend wordt. Op die manier krijgt de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen extra inkomsten én ligt de netto opbrengst van het testament voor de erfgenamen toch hoger dan wanneer ze de hele som/alle goederen zouden verwerven aan de gangbare aanslagvoet voor erfgenamen.
Door het samentellen van de twee tarieven van successierechten, houden de erfgenamen netto meer over, hoewel zij bruto minder gelegateerd krijgen.